Het drama in Oss


Het is nu twee dagen geleden. Twee dagen dat ik op mijn werk werd overvallen met het verschrikkelijke nieuws uit Oss. Twee dagen sinds 500 meter verder dan ik was, 4 kinderen onder de trein kwamen na een heftig ongeluk. Twee dagen sinds er een klein meisje al haar botten brak en hopelijk komt ze er bovenop. Twee dagen sinds een leidster om hulp schreeuwde dat de stint die zij bestuurde op hol sloeg.

En ik kan er nog steeds niet met mijn verstand bij.

trein drama

Het ongeluk in Oss

Iedereen heeft het wel gehoord. Het bakfietsongeluk in Oss. Eigenlijk was het een stint, maar dat zijn details. Elke dag worden er kinderen naar de voorschoolse opvang gebracht, want ouders moeten vroeg werken. Iemand moet ze naar school brengen. En dan gebeurt er zoiets.

Je brengt je kind weg, denkend dat het veilig is. In principe waren ze dat ook, want wie verwacht dit? Niemand. De leidster had de beste intenties. De mensen van het dagverblijf ook. School verwacht de kindjes. De ouders ook.
Bijna iedereen in Nederland doet het, want je moet toch werken en als je zelf eerder begint dan de school en je hebt geen ouders waar je op kunt terugvallen is dit een goede oplossing.

Je zwaait naar je kinderen, je geeft ze nog een laatste kus en zegt: ‘Tot straks. Veel plezier op school, lieverd.’ Je rijdt naar je werk in de veronderstelling je kinderen straks op te halen en dan…

Ik

Ook ik was aan het werk, in Oss, had mijn kindjes afgezet bij het kinderdagverblijf. Niet dat kinderdagverblijf, maar wel een kinderdagverblijf. Even snel wat kopiëren. Ik loop langs de koffiekamer en zie een collega totaal overstuur zitten. God, zou ze slecht nieuws hebben gehad van haar familie? Ik buig om de deur: ‘Hey, gaat het wel?’

‘Heb je het niet gehoord?’

Nee, ik had het nog niet gehoord. Ik stond voor de klas. Ik hoorde helikopters, maar legde de link nog niet met een ongeluk. Blijkbaar had de bewuste collega voor het spoor staan wachten, een aantal auto’s voor haar. Qmusic op de radio en daar was het nieuws. Op het spoor waar zij voor stond te wachten, waren zonet vier kinderen hun dood tegemoet gegaan, een leidster en een vijfde kind zwaar gewond. En zij keek naar de bewuste lichten.

hart drama

Kinderen en collega’s

We waren allemaal van slag. Wij nog het meest. De kinderen bevatten het niet echt. Jongens, je hoort straks helikopters en ambulances met buiten spelen. Er is een ongeluk gebeurd hier in Oss en er zijn kindjes doodgegaan, maar jullie kennen die kindjes niet (hoopten we. Alles om ze rustig te houden en niet in paniek te laten raken.). Wij liepen als zombie’s rond, volgden tussen uitleg door stiekem apps en het nieuws, want wat was er gebeurd? Kenden we de getroffen mensen? Kenden we de kinderen? Het was tenslotte in deze stad, een kinderdagverblijf even verderop. Niet veel later hoorden we dat het kinderen waren van een school even verderop. Die school staat op loopafstand. De rillingen gaan langs je ruggengraat.

Ik kreeg al een appje: Zijn je kindjes veilig.

Ja, want mijn kindjes zitten niet op dat kinderdagverblijf. Stiekem dacht ik godszijdank. Ik had nu al te doen met de ouders. Je zult op je werk zijn, te horen krijgen dat het kindje dat je vanmorgen hebt uitgezwaaid, een kus hebt gegeven. Dat je al 4, 6, 8 of 11 jaar instopt voor het slapen, te eten geeft, verzorgt en liefhebt betrokken is bij een ongeluk. Dat je datzelfde kindje nooit meer instopt, nooit meer een kus geeft, nooit meer voor hoeft te koken en nooit meer even een lachje aan je geeft, of een spontane knuffel. Dat jouw kindje weg is. Dood.

Om 1 uur ging ik op de automatische piloot met mijn kinderen (uit de klas) klaar staan voor het computerlokaal, terwijl mijn hoofd bleef roepen: niemand kent ze. Het is goed. Laat het los.
En toen kwam mijn duopartner uit mijn vaste klas langsrennen. Totaal over haar toeren en in tranen. Wat is er aan de hand en dan komen de woorden:

Ik ken de kinderen. Het zijn de kinderen van goede vrienden.

En de tijd stopt.

Dichtbij

Het was al dichtbij, maar ze hadden geen gezicht. De ouders niet, de kinderen niet. Het enige wat er was, was het inlevingsvermogen. Je zult maar die ouders zijn. Het zal je maar verteld worden. Alleen dat gevoel zorgt al dat je huilt. Letterlijk.

En nu krijgen ze een gezicht. Een foto: dit zijn ze. Een vrolijk lachende kleuter, twee leuke schoolkinderen en hun ouders. Dit zijn hun namen. Vorige verjaardag stond zij nog te dansen bij ons in de keuken. Afgelopen week ben ik nog gaan kijken bij haar streetdanceles. Ik hielp haar zusje dan even met haar huiswerk, want die moest even wachten. Verhalen van de kinderen. Toen ze leefden.

Ik ken ze niet. Niet persoonlijk, niet van gezicht. Mijn wereld stortte al in toen ik het hoorde. Kinderen dood. Mijn wereld breekt af nu je de verhalen hoort.

Ik kan me te goed voorstellen hoe het is om die ouders te zijn. Je wereld houdt op, want je kind is dood. Hoe moeten deze ouders verder? Dat is het enige wat ik kan denken, want wat zou ik doen zonder Lennox en Mycah? Ik wil er niet aan denken.

Twee dagen…

Twee dagen zijn voorbij sinds het ongeluk in Oss en het laat me niet los. Ik denk dat het me nooit meer compleet loslaat. Dit verschrikkelijke onderwerp. Je gaat werken, je brengt je kindjes weg. Je zwaait en geeft ze een kus. Tot straks.

Maar wat als straks er niet meer is?

Credits van het gedicht gaan naar Sanne van der Steen

gedicht drama

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.